Identificatie
Vragen over dit archief?
Referentie code
Titel
Datum(s)
- 1614-1979 (Vervaardig)
Beschrijvingsniveau
Omvang en medium
Zie onderliggende fiches
Context
Naam van de archiefvormer
Institutionele geschiedenis
In de 13de eeuw vond een rooiing van het woud van Berlaar plaats. Tijdens de ontginning van de nieuw gewonnen grond, ontstonden er vier wijken in Berlaar, genaamd: Melkouwen (of Melkauwen als oude schrijfwijze), de Smetstraat, Hooikt en Hazendonk. Van deze vier wijken groeide Hooikt al snel uit tot een zelfstandiger en onafhankelijker deel van Berlaar. Er werd een kapel gebouwd die de weg opende naar het streven naar een eigen parochie. Het landgoed ‘Ten Triest’ waar de woonkern van Hooikt ontstond, werd in de 13e eeuw geschonken aan de abdij van Rozendaal. Sindsdien werd Hooikt vanuit Rozendaal bestuurd. Het is pas na de tweede inval van de Fransen in 1794 dat de geestelijken plaats moesten maken voor een burgerlijke macht in Hooikt. In 1779 deed Hooikt, onder leiding van Franciscus Bouwen, al een eerste poging om zich af te scheiden van Berlaar. Maar dit afscheidingsproces werd door de Franse overheerser de kop ingedrukt. Hooikt had geen goede reputatie bij de Fransen. De zoon van Franciscus Bouwen was immers een vaandelvluchtige uit het Franse leger.
De prille geschiedenis van Konings is wat minder duidelijk. ‘Ooit’ schonk de familie van Wesemael een bosgebied, dat deel uitmaakte van het Waverwald gelegen tussen de Dijle en de beide Neten, aan de hertogen van Bourgondië. De
bosgebieden Koningsbosschen, oorspronkelijk Bois Domaniaux genoemd, werden kort na de Franse Revolutie van 1789 een zelfstandige gemeente. De gemeente werd Konings genoemd en kende geen kerk noch een gemeentehuis.
Onder Koning Willem van Oranje kwam er in 1815 een nieuwe grondwet tot stand. In deze grondwet werd er een onderscheid gemaakt tussen steden en plattelandsgemeenten. Door de grondwettelijke hervorming wijzigde de Hollandse regering de naam van de gemeente Konings naar Koningsbosschen. Onder ditzelfde bewind waagde Hooikt opnieuw zijn kans om zich af te scheuren van Berlaar. Dit keer met succes. Al zal Hooikt nooit een zelfstandige gemeente vormen. De Nederlanders beslisten in 1821 om de gemeente Koningsbosschen en de gehuchten Hooikt en Hazendonck samen te voegen tot één gemeente, Koningshooikt genaamd. Bij het ontstaan van de gemeente beschikte Koningshooikt niet over een gemeentehuis. Het gemeentebestuur gebruikte daarvoor de woning van Jan B. Van der Auwermeulen. Na 1 juli 1824 vond het gemeentebestuur onderkomen in het huis van notaris Jan Fr. De Bie. Tot tweemaal toe drong de arrondissementscommissaris aan op de bouw van een gemeentehuis.
Vanaf 1964 kende België verschillende fusiegolven. Op 15 januari 1975 werd het advies overhandigd aan de Minister van Binnenlandse Zaken dat de gemeenten Berlaar en Koningshooikt samengevoegd zouden worden. Initieel was de slaagkans van een fusie van Berlaar en Koningshooikt aanzienlijk. In december 1975 werd beslist dat de stad Lier werd samengevoegd met onder meer Emblem, Kessel, Bevel en Nijlen. Dit werd uiteindelijk niet gerealiseerd. In plaats daarvan werd er vanuit Brussel aan de stad Lier een fusie voorgesteld met o.a. Koningshooikt. Er was evenwel geen 'historische' band tussen Lier en Koningshooikt. Noch Lier noch Koningshooikt konden echter zeggenschap uitoefenen over het fusielot. Wat maakte dat het vrij lang duurde vooraleer de plooien tussen de fusiegemeenten gladgestreken waren. Tot januari 1977 heeft de politiek in Koningshooikt zich stevig verzet tegen de fusie met de stad Lier. Zo schreef de gemeente zelfs een brief aan de Koning om op de beslissing terug te komen en Koningshooikt alsnog samen te voegen met Berlaar. Maar dit had geen enkele zin, want op 23 december 1975 werd het wetsontwerp in de Senaat goedgekeurd. Deze wet reduceerde het aantal gemeenten van 2.359 tot 589 gemeenten. De wet stipuleerde dat de fusies operationeel zouden worden op 1 januari 1977.
Bron: Iris Lemmens, Inventaris van het archief van de gemeente Koningshooikt (1821-1977). De vergelijking tussen een functionele ordening en de ordening volgens het archiefschema van Gadeyne. Onuitgegeven Masterproef, Brussel, 2020, p. 15 - 19